Vaak wordt in zinnen de volgorde van hulpwerkwoord en voltooid deelwoord veranderd. Een zin als Ik denk dat hij tegen mij gelogen heeft wordt dan Ik denk dat hij tegen mij heeft gelogen.
Deze aanpassing is echt zonde van je tijd, want beide volgordes zijn goed. Ze komen allebei al heel lang voor in onze taal. Soms klinkt de ene volgorde beter dan de andere. Dat heeft dan meestal met het zinsritme en je eigen taalgevoel te maken.
De volgorde is wel van belang als het voltooid deelwoord ook een bijvoeglijk naamwoord kan zijn. Kijk maar naar de volgende twee zinnen:
Hij vindt dat zijn dochter verwend is.
Hij vindt dat zijn dochter is verwend.
In beide zinnen kan verwend een voltooid deelwoord zijn. Je kunt de zin dan bijvoorbeeld aanvullen met door haar moeder. Maar in de eerste zin kan verwend ook een bijvoeglijk naamwoord zijn. Je kunt het dan bijvoorbeeld vervangen door vervelend: Hij vindt dat zijn dochter vervelend is. Als verwend een bijvoeglijk naamwoord is, kan het hulpwerkwoord is alleen maar achter verwend staan. Zet je het ervoor, dan ontstaat er een ongrammaticale zin: *Hij vindt dat zijn dochter is vervelend.
Zou je de werkwoordvolgordes klakkeloos omdraaien, met steeds het voltooid deelwoord als laatste woord, dan kun je dit soort betekenisverschillen over het hoofd zien. Je zin krijgt dan een heel andere betekenis. Niet doen dus.