4.4.2 Intro Copy

Soms wordt aan een redacteur gevraagd de intro bij een artikel te schrijven. Een intro heeft andere kenmerken dan een lead. Een intro is een inleidend stukje tekst, dat boven een artikel staat. Het bevat maximaal zes tot zeven regels en is meestal vetgedrukt of heeft een afwijkend lettertype. In de intro worden het onderwerp en de centrale vraag van het artikel geïntroduceerd. Daarmee sluit de intro aan op de kop, die de kortst mogelijke samenvatting van de tekst is.

De intro is in principe weg te laten, want alle informatie staat ook in het artikel zelf. Let erop dat de lezer geen informatie mist als de intro ontbreekt.

De intro heeft drie functies:

  • een brug slaan tussen de kop en het artikel;
  • de lezer informeren over de inhoud van het artikel;
  • de lezer motiveren om het artikel te lezen.

Voorbeeld van een kop met intro:

Verzonnen verleden

Als er ergens iets onverklaarbaars of geheimzinnigs gebeurt, zijn er altijd mensen die roepen dat het om een samenzwering gaat. Hoe ontstaan die verhalen en wat is ervan waar? Deze keer: smokkelde een middeleeuwse keizer er drie eeuwen bij?

Het is belangrijk om de intro aantrekkelijk te maken. Zo vergroot je de kans dat het artikel wordt gelezen. Aantrekkelijk maken kan als volgt:

  • Trek de lezer meteen het verhaal in. Dit kun je doen door een passende anekdote te geven, een sfeertekening of een tegenstelling. Je kunt ook een prikkelende vraag stellen of een opmerkelijk citaat opnemen.
  • Sluit aan bij de belangstelling of problemen van de lezer.
  • Gebruik een persoonlijke stijl: richt je direct tot de lezer. Gebruik je of u, een vraag of gebiedende wijs.
  • Houd de intro kort: zes tot zeven regels, ongeveer 60 woorden.