Inleiding
In deze les draait het om veelvoorkomende stijl- en taalfouten.
We spreken van stijlfouten als het gaat om fouten tegen de goede stijl, bijvoorbeeld:
- dubbelzeggingen: pleonasmen en tautologieën (groen gras; ze wisten dit reeds al);
- met elkaar vermengde uitdrukkingen: contaminaties (het pakket weegt zwaar).
We spreken van taalfouten als het gaat om grammaticale fouten, bijvoorbeeld:
- verkeerde verwijswoorden (haar in plaats van zijn);
- verkeerd gebruikte voornaamwoorden (hen in plaats van hun);
- enkelvoud in plaats van meervoud (Ik weet waar het doosje met paperclips liggen.);
- zinnen die ontsporen: verkeerde samentrekkingen (Vorig jaar heb ik meegedaan en wil dit jaar weer.).
Je krijgt nu een overzicht van veelgemaakte stijl- en taalfouten met tips om deze te verbeteren.